Selecteer een alinea
Lokale heffingen
Inleiding
Deze paragraaf biedt inzicht in het beleid van de lokale heffingen en geeft een overzicht van de te ontvangen en te verantwoorden lokale heffingen en belastingen. Hiermee ontstaat inzicht in de totale lastendruk, wat van belang is voor de integrale afweging tussen enerzijds beleid en anderzijds inkomsten. Circa 33% van de inkomsten van de gemeente Bloemendaal is afkomstig van lokale heffingen waarmee deze een belangrijke inkomstenbron van de gemeente vormen.
Doelstelling
Doelstelling van lokale heffingen is het als gemeente verwerven van eigen middelen uit belastingen en overige heffingen ter dekking van algemene en specifieke uitgaven in het kader van de uitvoering van gemeentelijke taken.
Wettelijk kader
In artikel 219 van de Gemeentewet staat aangegeven op basis waarvan de gemeentelijke belastingen en heffingen kunnen worden geheven. Een deel van deze lokale heffingen staat opgesomd in de Gemeentewet zelf, daarnaast bieden ook bijzondere wetten de mogelijkheid om te heffen, bijvoorbeeld de Wet Milieubeheer (afvalstoffenheffing). Legitimatie (invoering, wijziging of intrekking) van lokale heffingen geschiedt door middel van door de gemeenteraad vast te stellen belastingverordeningen.
Het totale pakket van gemeentelijke heffingen bestaat op dit moment uit negen verschillende belastingen / heffingen. De tarieven, grondslagen en overige bepalingen van de in deze paragraaf genoemde heffingen worden jaarlijks door uw raad uiterlijk in de maand december vastgesteld in de navolgende verordeningen:
- Verordening onroerende-zaakbelastingen Bloemendaal;
- Verordening belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten Bloemendaal;
- Verordening afvalstoffenheffing Bloemendaal;
- Verordening rioolheffing Bloemendaal;
- Verordening toeristenbelasting Bloemendaal;
- Verordening parkeerbelasting Bloemendaal;
- Verordening precariobelasting Bloemendaal;
- Verordening lijkbezorgingsrechten Bloemendaal;
- Legesverordening Bloemendaal.
Bij de heffingen is een onderscheid tussen belastingen en retributies.
Belastingen
Belastingen hebben een algemeen karakter en geen directe relatie met een gemeentelijke taak. Zij worden onder meer geheven als een bijdrage in de kosten van de voorzieningen van openbaar nut die de gemeente heeft getroffen. Er is sprake van autonoom beleid ten aanzien van de hoogte van de belastingtarieven.
Retributies
Retributies hebben wel een directe relatie met een gemeentelijke taak, zoals de reinigingsdienst, rioleringen, begraafplaats en vergunningen / leges. Dat geld bestemt de gemeente uitsluitend voor die doelen. Bij de retributies mogen de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake (maximaal kostendekkende tarieven).
Uitvoering
De aanslagen onroerende zaakbelastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing en roerende zaakbelastingen worden via een gecombineerd biljet opgelegd. Deze aanslag oplegging en de daaraan gekoppelde invordering wordt namens de gemeente verzorgd door de gemeenschappelijke regeling ‘Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid’ (GBKZ). Deze gemeenschappelijke regeling verzorgt ook de heffing en invordering voor de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede en Zandvoort. Wanneer een belastingplichtige er voor kiest om gebruik te maken van automatische incasso dan kan deze gecombineerde aanslag in zeven termijnen worden voldaan. Is er geen sprake van automatische incasso, dan moet de aanslag binnen twee maanden betaald zijn.
De heffing en invordering van de grafrechten wordt door de gemeente Bloemendaal zelf verzorgd.
Ontwikkelingen
In het begrotingsjaar 2018 zal in totaal een bedrag van circa € 16 miljoen afkomstig zijn uit lokale heffingen, waarmee deze, naast de Algemene Uitkering van het Rijk een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente vormen. Het merendeel van de lokale inkomsten in 2018 bestaat uit de onroerende zaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
Op 21 februari 2017 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel om precario op netwerken af te schaffen, daarbij geldt een overgangstermijn van 5 jaar. Onder de overgangsregeling kan de gemeente maximaal heffen naar het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016. Zo wordt voorkomen dat de tarieven verder oplopen en het aantal gemeenten dat precario heft verder stijgt. Om de effecten op te vangen stelt de minister in een brief aan de Tweede Kamer van 10 februari 2016 voor dat te regelen bij een komende grotere hervorming/verruiming van het gemeentelijk belastinggebied. Daarin kunnen de effecten worden opgevangen. Het wetsvoorstel gaat uit van afschaffing, maar geeft gemeenten tot en met 2021 nog de mogelijkheid om precariobelasting te heffen. Gevolg is dat vanaf 2022 bij de gemeente Bloemendaal een substantieel deel van de begroting wegvalt (namelijk € 756.537) dat vervangen moet worden door andere belastingen dan wel lastenverlaging. Op aanbeveling van de Provincie Noord-Holland wordt de opbrengst vanaf begrotingsjaar 2019 als incidenteel gelabeld en wordt een plan van aanpak met voorstellen voorbereid om de wegvallende inkomsten op te vangen. Precariobelasting voor terrassen en dergelijke blijft wel bestaan.
Lokale heffingen
Beleid opbrengst en dekking
De belastinghervormingen en –maatregelen van het coalitieakkoord zijn gerealiseerd. Het beleid ten aanzien van de opbrengst van de in deze paragraaf genoemde belastingen en retributies voor de jaren 2018-2021 is als volgt:
- Onroerende-zaakbelastingen: inflatiepercentage (2%) koppeling met het landelijk inflatiecijfer voor de loon-prijsontwikkeling (CPI) volgens het Centraal Planbureau (CPB);
- roerende belasting op woon- en bedrijfsruimten: inflatiepercentage (2%);
- rioolheffing: 100% kostendekking;
- afvalstoffenheffing: 100% kostendekking;
- begrafenisrechten: 100% kostendekking;
- leges: inflatiepercentage (2%), 100% kostendekking;
- precariobelasting op netwerken: gelijk aan tarief belastingjaar 2016;
- gewone precariobelasting: inflatiepercentage (2%);
- parkeerbelasting: € 0,05 per uur verhoging;
- toeristenbelasting: inflatiepercentage (2%).
Voor de twee laatste belastingsoorten geldt dat de tarieven van de gemeente Zandvoort als uitgangspunt worden genomen.
Inflatiecorrectie
Voor de heffingen en belastingen geldt een koppeling met het landelijk inflatiecijfer voor de loon- en prijsontwikkeling van het Centraal Planbureau. Dit beleid betekent dat de onroerende-zaakbelastingen, de roerende-zaakbelastingen, de gewone precariobelasting, de leges en de parkeer- en toeristenbelasting in 2018 trendmatig worden verhoogd. Voor het begrotingsjaar 2018 wordt conform de vastgestelde kadernota voorgesteld de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen, de gewone precariobelasting, de leges en de toeristenbelasting, ten opzichte van de tarieven 2017 te verhogen met 2%. Ook de tarieven van de parkeerbelastingen stijgen in beginsel jaarlijks mee met het inflatiecijfer. De parkeertarieven kunnen in 2018 met € 0,05 stijgen (of meer voor zover Zandvoort de tarieven met meer dan € 0,05 verhoogd).
OZB
In het Coalitieakkoord is afgesproken om het tarief gebruikersdeel niet-woningen in drie jaar tijd (belastingjaren 2015, 2016 en 2017) te laten dalen tot 140% van het tarief eigenaren woningen. Deze hervorming is gerealiseerd en heeft geleid tot een lastenverlichting voor winkeliers en ondernemers. Het tarief is gedaald van 0,1943% in 2014 tot 0,1645% in 2017. Een verlaging van ca. 16%. De 140% maatregel heeft in drie jaar tijd geleid tot een inkomstenderving van € 185.975 al waar een inkomstenderving in 2015 was voorzien van € 152.775 (basis: tarieven belastingjaar 2015). De koppeling aan het tarief eigenaren woningen leidt tot ongewenste extra inkomstenverliezen als gevolg van de sterk fluctuerende waardeontwikkelingen tussen woningen en niet-woningen. Zo wordt voor 2018 een verhoogde belastingcapaciteit geprognosticeerd van 8% voor woningen ten opzichte van 1% voor niet-woningen. De verhoging van de belastingcapaciteit leidt tot een verlaging van het tarief eigenaren woningen van ca. 6%. Deze verlaging doorberekend op basis van de 140% maatregel leidt tot een extra inkomstenverlies voor belastingjaar 2018 van € 103.444 en een verdere lastenverlichting voor de ondernemers. Het tarief niet-woningen gebruikersdeel zal door sturing op de 140% maatregel met 10,3% verder dalen terwijl een tariefsverhoging van ca. slechts 1% is voorzien (2% prijsinflatie minus prognose belastingcapaciteit van 1%). Immers er wordt gestuurd op realisatie van de te behalen inkomsten rekening houdende met de 2% prijsinflatie volgens de kadernota. De 140% maatregel leidt tot ongewenste schommelingen en substantiële (nadelige) financiële effecten die sturing op de te behalen benodigde inkomsten voor de begroting belemmeren zo niet onmogelijk maken. Bij de begroting is om die reden een voorstel ingediend om de 140% maatregel tussen tarief eigenaren woningen en gebruikers niet-woningen los te laten.
Rioolheffing
Voor de rioolheffing worden tarieven gehanteerd die hoogstens kostendekkend zijn. De geraamde baten mogen de geraamde lasten niet overschrijden. Hiertoe is een overzicht van baten en lasten opgenomen inclusief een toelichting van de beleidsuitgangspunten. De kosten worden voor 40% bij de eigenaar en voor 60% bij de gebruiker verhaald. Het eigenarentarief voor de rioolheffing is gebaseerd op de WOZ waarde. Het gebruikerstarief is gebaseerd op het waterverbruik. Op 29 november 2012 is het nieuw verbreed Gemeentelijk Rioleringsprogramma (VGRP) vastgesteld. Uit het VGRP is gebleken dat er geen sprake is van 100% kostendekkendheid. Dit is reden geweest om voor de jaren 2016 tot en met 2020 naast de correctie voor inflatie een extra verhoging van 4% door te voeren en vanaf 2021 een extra verhoging van 3,5%. De uit het VGRP voortvloeiende financiële consequenties zijn in de meerjarenbegroting 2018-2021 meegenomen.
Afvalstoffenheffing
Voor de afvalstoffenheffing geldt het beleid van volledige kostendekking. Evenals bij de rioolheffing geldt dat de geraamde baten de geraamde lasten niet mogen overschrijden. Voor het inzicht wordt verwezen naar het overzicht van baten en lasten en de bijbehorende toelichting op de beleidsuitgangspunten. De gemeente Bloemendaal heeft met Meerlanden een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor de huishoudelijke afvalinzameling.
Grafrechten
Ook voor de grafrechten geldt het beleid van volledige kostendekking.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor onder andere kabels en leidingen in gemeentegrond, voorwerpen die vergunningplichtig zijn, terrassen en ligplaatsen.
Parkeerbelasting
De tarieven van de parkeerbelastingen liften jaarlijks mee met de inflatie-aanpassingen. De parkeertarieven voor het strand liggen in de lijn met de hoogte van de tarieven van Zandvoort.
Indien geen, of te weinig, parkeerbelasting is voldaan, kan de gemeente een naheffingsaanslag opleggen, vermeerderd met kosten. Deze kostenopslag moet door de gemeente worden onderbouwd. De gemeente moet kunnen laten zien dat de kosten per naheffingsaanslag (op ramingsbasis) gelijk of hoger liggen dan dit bedrag. Het maximumbedrag dat voor de kostenopslag in rekening kan worden gebracht bedraagt per 1 januari 2018 € 62. Dit bedrag groeit jaarlijks mee met het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie.
Toeristenbelasting
De tarieven van de toeristenbelastingen liften jaarlijks mee met de inflatie-aanpassingen. De tarieven liggen in de lijn met de hoogte van de tarieven van Zandvoort.
Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente voert een kwijtscheldingsbeleid conform de Invorderingswet 1990.
Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, wordt voor 100% kwijtschelding verleend indien uit een vermogenstoets en een inkomenstoets blijkt dat het inkomen gelijk is aan of minder dan het wettelijk minimuminkomen (bijstandsnorm).
Kwijtschelding wordt alleen verleend indien het een aanslag betreft voor onroerende-zaakbelasting, roerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing (alleen voor de eerste afvalcontainer, niet voor extra containers) en rioolheffing voor het gebruikersgedeelte. De overige heffingen zijn in de betreffende belastingverordeningen uitgesloten van kwijtschelding.
Het bedrag aan kwijtscheldingen bedroeg / bedraagt (bedragen in €):
Kwijtschelding | 2016 (W) | 2017 (B) | 2018 (B) |
---|---|---|---|
Hondenbelasting | 92 | n.v.t. | n.v.t. |
Afvalstoffenheffing | 48.619 | € 40.000 | € 40.000 |
Rioolrechten | 29.676 | € 22.000 | € 22.000 |
Ozb (oude jaren) | 416 | - | - |
Totaal | 78.803 | € 62.000 | € 62.000 |
Zowel de raming kwijtschelding rioolheffing als afvalstoffenheffing is ten opzichte van het begrotingsjaar 2017 ongewijzigd gebleven.
Lokale heffingen
Overzicht per heffing
Onroerende-zaakbelastingen
Onder de naam “onroerende zaakbelastingen” worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: een gebruikersbelasting voor niet-woningen en een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen. Op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (wet WOZ) wordt van elke individuele onroerende zaak de waarde per 1 januari van ieder kalenderjaar vastgesteld. De waarde die op het aanslagbiljet 2018 staat vermeld, is de waarde per waardepeildatum 1-1-2017.
Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten
Onder de naam “belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten” worden ter zake van binnen de gemeente gelegen roerende zaken twee directe belastingen geheven: een gebruikersbelasting en eigenarenbelasting van roerende woon- of bedrijfsruimten. Op basis van de wet WOZ wordt er van elke individuele roerende zaak de waarde per 1 januari van ieder kalenderjaar vastgesteld. Voor de heffingsmaatstaf wordt uitgegaan van een te betalen percentage van waarde van de (niet) woning. De waarde die op het aanslagbiljet 2018 staat vermeld, is de waarde per waardepeildatum 1-1-2017.
Tabel overzicht onroerende zaakbelasting (in €)
2016 (W) | 2017 (B) | 2018 (B) | |
---|---|---|---|
Opbrengst: | |||
Eigenaren woningen | 5.819.443 | 6.247.312 | 6.501.316 |
Eigenaren niet-woningen | 949.577 | 895.931 | 913.850 |
Gebruikers niet-woningen | 354.271 | 442.717 | 348.127 |
Totaal | 7.123.291 | 7.585.960 | 7.763.293 |
Roerende zaakbelasting | 1.657 | 913 | 1.266 |
Tarieven: | 2016 | 2017 | 2018 |
Eigenaren woningen | 0,1085% | 0,1118% | 0,1054% |
Eigenaren niet-woningen | 0,2597% | 0,2759% | 0,2853% |
Gebruikers niet-woningen | 0,1743% | 0,1645% | 0,1476% |
Normpercentages ministerie BZK
2017 | 2018 | |
---|---|---|
Ozb eigenaren woning | 0,1107% | 0,1054% |
Ozb eigenaren niet-woningen | 0,1563% | 0,1562% |
Ozb gebruikers niet-woningen | 0,1260% | 0,1259% |
Totaal ozb niet-woningen | 0,2823% | 0,2821% |
Rioolheffing
De rioolheffing wordt geheven van de eigenaren en gebruikers van woningen en van niet-woningen. De geraamde opbrengst rioolheffing wordt in de verhouding 40-60 toegerekend aan respectievelijk eigenaren en gebruikers. De rioolheffing voor gebruikers worden geheven op basis van m3 afgevoerd water vanuit het perceel. Naast een basistarief voor de schijf wordt een variabel tarief boven het basistarief per m3 gehanteerd. De staffel kent een fijne opbouw en spreiding voor de grootverbruikers, in de regel bedrijven, waarbij minder watergebruik wordt beloond en zodoende invulling wordt gegeven aan het profijtbeginsel. De rioolheffing voor de eigenaren wordt geheven op basis van de WOZ waarde. De rioolheffing is gebaseerd op het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bloemendaal 2011-2016 (VGRP) dat in de raad van 29 november 2012 is vastgesteld.
Tevens is een overzicht van baten en lasten opgenomen welke inzicht geeft in de toegerekende taakvelden van zowel de directe lasten als de indirecte lasten overhead en renteomslag. Voor de wijze waarop de overhead is toegerekend wordt verwezen naar de paragraaf overhead.
Tabel overzicht rioolheffing (bedragen in €)
2016 (W) | 2017 (B) | 2018 (B) | |
---|---|---|---|
Opbrengst: | |||
Woningen | 2.501.665 | 2.358.938 | 2.500.474 |
Niet-woningen | 346.044 | 242.263 | 256.799 |
Totaal | 2.847.709 | 2.601.201 | 2.757.273 |
Dekkingspercentage: | 90,9 | 88 | 96 |
Tarieven: | 2016 | 2017 | 2018 |
Eigenaren woningen | 0,01901% | 0,01689% | 0,01622% |
Eigenaren niet-won. | 0,03136% | 0,02980% | 0,03203% |
Gebruik 1-250 m3 | 147,35 | 128,12 | 135,81 |
Gebruik 251-500 m3 | 147,35+1,72 var. | 128,12+1,50 var. | 135,81+1,59 var. |
Gebruik 501-1.000 m3 | 576,30+1,41 var. | 503,12+1,23 var. | 533,31+1,30 var. |
Gebruik 1.001-5.000 m3 | 1.282,81+1,36 var. | 1.118,12+1,18 var. | 1.185,21+1,25 var. |
Gebruik 5.001-10.000 m3 | 6.710,594+0,99 var. | 5.838,12+0,86 var. | 6.188,41+0,91 var. |
Gebruik10.001-20.000 m3 | 11.644,94+0,62 var. | 10.138,12+0,54 var. | 10.746,41+0,57 var. |
Gebruik meer dan 20.000 m3 | 17.812,87+0,31 var. | 15.538,12+0,27 var. | 16.470,41+0,29 var. |
Aansluitingen: | 2016 | 2017 | 2018 |
Riool gebruik woning | 9.152 | 9.152 | 9.217 |
Riool gebr. niet woning | 480 | 480 | 471 |
Berekening van kostendekkendheid van de rioolheffing | € | % |
---|---|---|
Kosten taakveld 7.2 Riolering, incl. omslagrente | -2.242.447 | |
Kosten taakveld 2.1 Verveer en vervoer | -142.727 | |
Kosten taakveld 6.3 Inkomensregelingen | -22.000 | |
Inkomsten taakveld 7.2 Riolering, excl. heffingen | 14.023 | |
Inkomsten taakveld 0.10 Mutaties reserves | 147.956 | |
Netto kosten | -2.245.195 | |
Toe te rekenen kosten: | ||
Overhead incl. omslagrente | -217.102 | |
BTW | -398.567 | |
Totale kosten | -2.860.864 | 100% |
Opbrengst heffingen | 2.757.273 | |
Dekkingspercentage | 96% |
Het taakveld 7.2 Riolering vormt de kern van de directe lasten van de kostenonderbouwing voor de rioolheffing. Onder dit taakveld vallen de kosten ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
- De inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en
- De inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
De kosten van het straatvegen onder taakveld 2.1 Verkeer en Vervoer biedt ondersteuning aan de uitvoering van de kernactiviteit riolering. Straatvegen doet de gemeente om drie redenen. Voor het functioneren van de riolering, vanwege het feit dat mensen hun afvalstoffen weggooien en voor de verkeersveiligheid. Om die reden wordt 1/3 van de kosten van het straatvegen toegerekend aan riolering, 1/3 aan verkeer en vervoer en 1/3 aan afval.
De rioolheffing wordt zowel aan eigenaren als aan gebruikers in rekening gebracht. De kwijtscheldingscomponent van het taakveld Inkomensregelingen maakt onderdeel uit van de verordening Rioolheffing en om die reden van de kostenonderbouwing van de rioolheffing.
Het taakveld 7.2 Riolering heeft ook directe inkomsten zoals de verhuur van pompinstallaties en een bijdrage van de gemeente Hillegom. Daarnaast zijn enkele rioolinvesteringen in het verleden met dekkingsreserves opgevangen. De onttrekkingen uit de reserves dienen ter dekking van de afschrijvingslasten.
Naast de directe lasten vanuit de verschillende taakvelden worden tevens indirecte lasten (overhead) aan de rioolheffing toegerekend. De overheadkosten zijn alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Voor de methodiek van de toerekening wordt verwezen naar de paragraaf overhead.
Tenslotte wordt op basis van artikel 228a, derde lid, van de Gemeentewet de verrekenbare BTW, die ingevolge de Wet op het BTW-compensatiefonds recht geeft op een bijdrage uit het fonds, aan de kosten van de rioolexploitatie toegerekend.
Afvalstoffenheffing
De gemeente is onder meer verantwoordelijk voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Het restafval en gft-afval in de gehele gemeente wordt alternerend ingezameld. Deze inzamelmethodiek evenals de harmonisatie heeft als basis gediend voor de tariefsbepaling. Afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Tabel overzicht afvalstoffenheffing (bedragen in €)
2016 (W) | 2017 (B) | 2018 (B) | |
---|---|---|---|
Opbrengst: | 2.536.574 | 2.595.236 | 2.718.945 |
Dekkingspercentage: | 99,5 | 100 | 100 |
Tarieven: | 2016 | 2017 | 2018 |
Verzamelcontainer | 221,65 | 220,04 | 226,41 |
Restafvalcontainer 140 liter | 221,65 | 220,04 | 226,41 |
Restafvalcontainer 240 liter | 300,83 | 321,43 | 330,08 |
Berekening van kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing | € | % |
---|---|---|
Kosten taakveld 7.3 Afval, incl. omslagrente | -2.334.671 | |
Kosten taakveld 2.1 Verveer en vervoer | -142.727 | |
Kosten taakveld 6.3 Inkomensregelingen | -40.000 | |
Inkomsten taakveld 7.3 Afval, excl. heffingen | 364.200 | |
Netto kosten | -2.153.198 | |
Toe te rekenen kosten: | ||
Overhead incl. omslagrente | -104.810 | |
BTW | -460.937 | |
Totale kosten | -2.718.945 | 100% |
Opbrengst heffingen | 2.718.945 | |
Dekkingspercentage | 100% |
Het taakveld 7.3 Afval vormt de kern van de directe lasten van de kostenonderbouwing die te maken heeft met het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Dit betreft het gft-afval en het restafval. Dit geldt voor zowel de directe uitgaven als de directe inkomsten.
De kosten van het straatvegen onder taakveld 2.1 Verkeer en Vervoer biedt ondersteuning aan de uitvoering van de kernactiviteit afval. Straatvegen doet de gemeente om drie redenen. Voor het functioneren van de riolering, vanwege het feit dat mensen hun afvalstoffen weggooien en voor de verkeersveiligheid. Om die reden wordt 1/3 van de kosten van het straatvegen toegerekend aan riolering, 1/3 aan verkeer en vervoer en 1/3 aan afval.
De afvalstoffenheffing wordt aan gebruikers in rekening gebracht. De kwijtscheldingscomponent van het taakveld Inkomensregelingen maakt onderdeel uit van de verordening Afvalstoffenheffing en om die reden van de kostenonderbouwing van de afvalstoffenheffing.
Het taakveld 7.3 Afval heeft ook directe inkomsten zoals de vergoeding van Nedvang en opbrengsten oud papier en textiel.
Naast de directe lasten vanuit de verschillende taakvelden worden tevens indirecte lasten (overhead) aan de afvalstoffenheffing toegerekend. De overheadkosten zijn alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Voor de methodiek van de toerekening wordt verwezen naar de paragraaf overhead.
Tenslotte wordt op basis van artikel 15.33, derde lid, van de Wet Milieubeheer de verrekenbare BTW, die ingevolge de Wet op het BTW-compensatiefonds recht geeft op een bijdrage uit het fonds, aan de kosten van de afvalexploitatie toegerekend.
Begrafenisrechten
Op basis van de verordening lijkbezorgingsrechten Bloemendaal worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen (het recht om begraven te worden) en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten (het onderhouden van het graf). De begrafenisrechten worden alleen verhoogd indien dit nodig is om kostendekkend te zijn.
Tabel overzicht begrafenisrechten (bedragen in €)
2016 (W) | 2017 (B) | 2018 (B) | |
---|---|---|---|
Opbrengst: | 367.4607 | 334.122 | 340.804 |
Dekkingspercentage: | 87,8 | 63 | 62 |
Berekening van kostendekkendheid van de begrafenisrechten | € | % | ||
---|---|---|---|---|
Kosten taakveld 7.5 Begraafplaatsen, incl. omslagrente | -293.212 | |||
Kosten taakveld 0.10 Mutaties reserves | -55.204 | |||
Inkomsten taakveld 7.5 Begraafplaaten, excl. heffingen | 55.204 | |||
Netto kosten | -293.212 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Overhead incl. omslagrente | -169.532 | |||
BTW | 0 | |||
Totale kosten | -462.744 | 100% | ||
Opbrengst heffingen | 285.600 | |||
Dekkingspercentage | 62% |
Het taakveld 7.5 Begraafplaatsen vormt de kern van de directe lasten van de kosten onderbouwing die te maken heeft met het gebruik van de begraafplaats(en) en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De kosten onder taakveld 0.10 Mutaties reserves biedt ondersteuning aan de kernactiviteit Begraafplaatsen. Het betreft de storting in de reserve afkoop onderhoud graven als gevolg van de geraamde opbrengsten afkopen op graven.
Naast de directe lasten vanuit de verschillende taakvelden worden tevens indirecte lasten (overhead) aan de begrafenisrechten toegerekend. De overheadkosten zijn alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Voor de methodiek van de toerekening wordt verwezen naar de paragraaf overhead.
Legesverordening
Onder de naam ‘leges’ wordt een aantal verschillende rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Hierbij valt te denken aan leges voor de afgifte van vergunningen, zoals kapvergunningen, omgevingsvergunningen etc. en het afgeven van documenten zoals reisdocumenten en rijbewijzen. De belangrijkste zijn in onderstaande tabel opgenomen.
Tabel overzicht leges (bedragen in €)
2016 (W) | 2017 (B) | 2018 (B) | |
---|---|---|---|
Opbrengsten: | |||
GBA (800200120) | 17.955 | 18.292 | 18.658 |
Huwelijksvoltrekkingen (800200121) | 93.012 | 100.000 | 102.000 |
Reisdocumenten (800200122) | 308.575 | 280.000 | 285.600 |
Rijbewijzen (800200123) | 93.115 | 75.000 | 76.500 |
Eigen verklaringen (800200124) | 12.696 | 14.000 | 14.280 |
Naturalisatie (800200125) | 8.462 | 8.528 | 8.699 |
Verklaring omtrent gedrag (800200126) | 13.888 | 14.000 | 14.280 |
Parkeervergunningen (800630124) | 52.784 | 48.000 | 48.960 |
Ontheffing/verg.bijz.wetten (810200221) | 7.740 | 5.000 | 5.100 |
Evenementen (810200222) | 2.744 | 2.542 | 2.593 |
Uitwegvergunningen/Kabel (820100122) | - | 425 | 434 |
Leges onth./verg. APV (830200121) | 6.702 | 6.611 | 6.743 |
Kapvergunningen (850700220) | 25.387 | 22.040 | 22.481 |
Registratie kinderopvang (860100120) | 5.950 | 5.085 | 5.187 |
Bouwvergunningen (880300120) | 981.418 | 757.713 | 772.867 |
Woonruimtevergunning (880300123) | 735 | 800 | 816 |
Tarieven: | 2016 | 2017 | 2018 |
Paspoort ouder dan 18 jaar | 64,40 | 64,75 | n.n.b. |
Paspoort jonger dan 18 jaar | 51,20 | 51,45 | n.n.b. |
Id.kaart ouder dan 18 jaar | 50,40 | 50,65 | n.n.b. |
Id.kaart jonger dan 18 jaar | 28,45 | 28,60 | n.n.b. |
Rijbewijs | 38,80 | 38,95 | n.n.b. |
Precariobelasting
Ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt een precariobelasting geheven.
Tabel overzicht precariobelasting (bedragen in €)
2016 (W) | 2017 (B) | 2018 (B) | |
---|---|---|---|
Opbrengst: | 723.641 | 803.537 | 807.537 |
Parkeerbelasting
In het kader van de parkeerregulering wordt een parkeerbelasting geheven.
Tabel overzicht parkeerbelasting (bedragen in €)
2016 (W) | 2017 (B) | 2018 (B) | |
---|---|---|---|
Opbrengst: | 1.421.762 | 1.125.001 | 1.240.769 |
Tarieven: | 2016 | 2017 | 2018 |
Max. naheffingsaanslag | 60 | 61 | 62 |
Kop Zeeweg Bloemendaal aan Zee per uur (zomer-/wintertarief) | 2,50 | 2,55/1,00 | 2,55/0,50 |
Bloemendaal-dorp per uur | 1,35 | 1,35 | 1,40 |
Toeristenbelasting
Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente door natuurlijke personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven, wordt een toeristenbelasting geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.
Tabel overzicht toeristenbelasting (bedragen in €)
2016 (W) | 2017 (B) | 2018 (B) | |
---|---|---|---|
Opbrengst: | 739.440 | 800.000 | 892.500 |
Tarieven: | 2016 | 2017 | 2018 |
Per overnachting | 2,15 | 2,25 | 2,30 |
Aantal overnachtingen | 320.898 | 325.220 | 388.493 |
Het beleid is erop gericht de bedoelde heffingen op een efficiënte wijze op te leggen en te innen.
In de in december 2017 aan uw raad aan te bieden belastingverordeningen inclusief het bijbehorende raadsvoorstel zal nader worden ingegaan op de belastingaanpassingen en -tarieven 2018.
Lokale heffingen
Lokale lastendruk
In onderstaande tabellen wordt inzicht verstrekt in de ontwikkeling van de woonlasten over de voorbije jaren. De lastendruk zal in 2018 wijzigen. Na de besluitvorming over de tarieven 2018 in de raad van december zullen wij u uiteraard over de ontwikkeling van de lokale lastendruk verder informeren.
Woonlasten eigen woning
De woonlasten van een gezin in een eigen woning met een gemiddelde woz-waarde van afgerond € 587.000 in 2017, een afvalemmer van 240 liter en een waterverbruik van 160 m3.
Woonlasten eigen woning | 2016 | 2017 | 2018 | Afwijking in % tussen 2017 en 2018 |
---|---|---|---|---|
Bloemendaal | ||||
Onroerende-zaakbelastingen | 636,90 | 656,27 | 668,19 | +1,8% |
Afvalstoffenheffing | 300,83 | 321,43 | 330,08 | +2,69% |
Rioolheffing eigenaar | 111,59 | 99,14 | 102,83 | +3,7% |
Rioolheffing gebruik | 147,35 | 128,12 | 135,81 | +6% |
Totaal woonlasten | € 1.196,67 | € 1.204,96 | € 1.236,91 | 2,58% |
Stijging t.o.v. voorgaand jaar | 8,29 | 31,95 | ||
Stijging t.o.v. voorgaand jaar per maand | 0,69 | 2,66 |
Woonlasten huurwoning
De woonlasten van een gezin in een huurwoning met een afvalemmer van 240 liter en een waterverbruik van 160 m3.
Woonlasten huurwoning | 2016 | 2017 | 2018 | Afwijking in % tussen 2017 en 2018 |
---|---|---|---|---|
Bloemendaal | ||||
Afvalstoffenheffing | 300,83 | 321,43 | 330,08 | +2,69% |
Rioolheffing gebruik | 147,35 | 128,12 | 135,81 | +6% |
Totale woonlasten | € 448,18 | € 449,55 | € 465,89 | +3,63% |
Stijging t.o.v. voorgaand jaar | 1,37 | 16,34 | ||
Stijging t.o.v. voorgaand jaar per maand | 0,11 | 1,36 |
Tenslotte wordt u een overzicht geboden van de woonlasten voor een éénpersoons- en meerpersoonshuishouden en de tarieven voor de onroerende zaakbelasting van Bloemendaal ten opzichte van het landelijk gemiddelde zoals deze door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (=Coelo) in de atlas van de lokale lasten wordt gepresenteerd. Het Coelo hanteert hiervoor zijn eigen normen. In de hierna gepresenteerde getallen wordt weergegeven wat een huishouden in een woning met een gemiddelde waarde betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing.
Bedragen in €
Bloemendaal | Nederland gemiddeld | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Woonlasten | 2015 | 2016 | 2017 | 2015 | 2016 | 2017 |
Eénpersoonshuishouden | 1.040 | 1.079 | 1.104 | 645 | 651 | 650 |
Meerpersoonshuishouden | 1.115 | 1.158 | 1.205 | 716 | 723 | 723 |
Onroerende zaakbelasting | ||||||
Tarief woningen (%) | 0.1127 | 0,1085 | 0,1118 | 0,1251 | 0,1259 | 0,1237 |
Tarief niet-woningen (%) | 0,4478 | 0,4340 | 0,4404 | 0,4413 | 0,4572 | 0,4693 |
Uit de Coelo atlas voor de lokale lasten 2017 blijkt dat de OZB 2017 (0,1118%) in Bloemendaal circa 10% onder het landelijk gemiddelde van 2017 (0,1237%) ligt. De cijfers voor 2018 zijn in het voorjaar van 2018 bekend na publicatie van de Coelo atlas 2018.